Celzouten hebben als 'gezondheidsproduct ' tot doel:

‘Het in stand houden en/of bevorderen van een goede gezondheid’.

Onder een goede gezondheid wordt verstaan: 'Een vitale gezondheid zonder klachten'.

Dr. W. Schüssler ( 1821-1898) ontdekte tijdens zijn werk als biochemicus de twaalf celzouten.

Als hij het lichaam van iemand die zojuist was gestorven cremeerde en daarna de as analyseerde, bestond de as uit nog maar twaalf ingrediënten, de 12 celzouten. Wanneer de ziektegeschiedenis van de overledene bekend was, onderzocht hij of dit van invloed was op de samenstelling van de celzouten. Zo ontdekte Schüssler een verband tussen de klachten waaraan iemand leed en het feit dat een of meerdere celzouten in de as niet of nauwelijks aanwezig waren.

In Nederland werken meer dan 900 natuurgeneeskundigen met de celzouttherapie van Dr. Schüssler.
Wat zijn de grondbeginselen van de celzouttherapie?
"De kleinste levenseenheid is de cel".
"Het wezenlijke van ziekte is de pathogeen (ziekteverwekkend) veranderde cel " ( R. Virchow)
"Gezond blijven kan de mens alleen, als hij/zij de noodzakelijke minerale verbindingen (celzouten) in de benodigde hoeveelheid en in de juiste verhouding en op de juiste plaats ter beschikking heeft". (Moleschott)

Wat zijn celzouten?

Ze bestaan uit specifiek negatief en positief geladen bestanddelen, genaamd ionen. Deze ionen zijn de dragers van de elektrische lichaamsenergie, die vele lichaamsfuncties bepalen zoals de spieractiviteit en de zenuwfunctie. Afhankelijk van de elektrische ladingverhoudingen binnen en buiten de cellen, vormen zich door de biochemie uit enkelvoudige mineralen minerale verbindingen, ofwel celzouten. Uit de enkelvoudige mineralen calcium en fosfor, vormt zich bijvoorbeeld de verbinding calcium phosphoricum in een sterke verdunning.

Tekorten aanvullen

De celzouttherapie van Dr. Schüssler is er op gericht om het door overbelasting optredend tekort aan celzouten aan te vullen. Anders gezegd: indien de 12 celzouten in de juiste verhouding en op de juiste plaats aanwezig zijn in het organisme, is dit optimaal voor de gezondheid. De stofwisseling functioneert niet goed als er een tekort aan celzouten is.
En een gebrekkige stofwisseling geeft overbelasting, wat op den duur aanleiding is voor klachten.
Als een ziekmakende prikkel - bijvoorbeeld verstoring van de moleculaire beweging door verzuring - een cel treft, dan wordt haar functioneren in eerste instantie versterkt. Zo biedt de cel weerstand aan de prikkel.
Maar als zij hierdoor een deel van haar celzouten verliest, dan is zij 'ziekelijk veranderd'. De cel is dan verzuurd door een tekort aan celzouten en vraagt om een aanvulling uit de reserves van het lichaam. Is dat niet meer mogelijk, dan is aanvulling gewenst. 

Werking van de celzouten

Het betreffende celzout wordt in verdunde molecuulvorm als tablet ingenomen en moet smelten in de mond. Via het mondslijmvlies komt het in de bloedbaan en verspreidt het zich snel naar de rest van het lichaam. Volgens Schüsslers theorie komen de celzoutmoleculen bij de zieke cellen en bewerkstelligen ze daar een grote beweeglijkheid van moleculen. Daardoor worden zuren opgelost en afgevoerd en kunnen celvoedende moleculen uit de omgeving aangetrokken worden. Deze kunnen nu beter de zieke cel bereiken en aldaar voor herstel zorgen. Een herstelde cel is weer zelfstandig in staat om zich van gifstoffen of andere overbodige stoffen te ontdoen. Zo stimuleren de aangevulde celzouten de natuurlijke ontgifting van het lichaam en bouwen ze de cellen weer op. 

De originele celzouten zijn gezondheidsproducten. Ondanks dat ze sterk verdund zijn, zijn het geen homeopathische middelen omdat celzouten niet worden gepotentïeerd (geschud).
Als lichaamseigen stoffen, vormen de celzouten een risicovrije therapie, zonder bijwerkingen.  

Extra effect is te verwachten in combinatie met een gepast voedingsadvies en ondersteuning van bioresonantie therapie.